zondag 23 februari 2014

Marokko, februari 2014


Naar de Spaanse enclave Ceuta gereden om hier de grens met Spanje over te gaan om de volgende dag weer de grens met Marokko over te gaan. Op deze manier verlengen we onze visa voor Marokko  met 3 maanden.  Marokko uitrijden gaat tegenwoordig erg snel en gemakkelijk: je kan gewoon in de auto blijven zitten en je papieren worden gestempeld als je met de auto bij het douanekantoor staat. Marokko inrijden kost meer tijd en is minder goed georganiseerd.  Voor de eerste keer in de 4 jaar dat we hier nu komen, vragen ze bij de Spaanse grens om de papieren van Tosh. Geen problemen.

In Ceuta slaan we lekker eten en bier en wijn in bij de Lidl en parkeren de truck in een achterbuurt. Hier lopen “illegalen”rond die proberen in voertuigen te kruipen, die onderweg zijn naar Europa, om zo Europa binnen te komen. Ons wordt ook gevraagd of we naar Europa gaan of naar Marokko en overdag lopen af en toe mannen langs de Daf die kijken of ze ergens in of onder kunnen kruipen.

Onze visa zijn verlengd en we rijden oostelijk via Tetouan en El Jebha richting Ketama in het Rif gebergte. De weg langs de Middellandse zee is kronkelig en gaat steil omhoog en naar beneden. De kustlijn is best wel mooi, maar de stranden bestaan uit grijze kiezelstenen en er zijn weinig mooie plekken om te overnachten. Al met al valt het ons hier wat tegen. We parkeren de truck tussen El Jebha en Ketama in de bergen.

Rif gebergte
 

 
 

Het Rif gebergte is prachtig met bloeiende amandelbomen, wildstromende rivieren en bergen begroeid met naaldbomen. Ketama is het centrum van de Marokkaanse hashproductie, en dat hebben we geweten. We worden achtervolgd door auto’s met hashhandelaren en auto’s met handelaren gaan heel langzaam voor ons rijden en hangen met joints en hashpijpen uit het raam. Zowat alle mannen langs de kant van de weg willen ons hash verkopen. Iedereen maakt gebaren van jointje roken, hash maken met de handen etc.  Dat het zo extreem zou zijn, hadden we niet gedacht. De sneeuw ligt hier nog op de hoge bergtoppen en ligt te smelten in de bermen en het is een dikke blubberbende op alle kleine zijweggetjes.
Ondanks dat het nog winter is, zien we her en der wietplanten die de kou en sneeuw hebben overleefd.

We zakken af naar Fez en rijden door naar Ifrane en Azrou. In deze bergdorpen ligt nog veel sneeuw op de berghellingen en op de stoepen. De doorgaande wegen zijn gelukkig sneeuwvrij. De mensen lopen hier rond met mutsen, handschoenen en sjaals.  In het skioord van Marokko, Mischliffen, kan je rubberlaarzen, skie’s en sleetjes huren en er is een heuse skilift. We hebben het plan om te overnachten in het cederwoud, maar omdat het zo’n blubberbende is vanwege de smeltende sneeuw, rijden we door tot Middelt. We kopen wat stukken kwarts van een man en maken hem dolgelukkig met oude schoenen, kleren en pinda’s. Hij wil graag dat we bij hem in zijn huisje thee komen drinken, maar omdat hij Arabisch praat en wij niet, doen we het maar niet.

In de buurt van Mibladen laat een Marokkaan mij een mijn zien waar mineralen worden uitgehakt. Ik moet bukkend door een gat kruipen en de totale lengte van de tunnel  is wel 3 kilometer. We kopen voor 1,80 euro 5 mooie stukken mineraal van hem, waaronder vanadiniet. Mibladen is een mijnwerkersdorp, waarvan de inwoners werken in de lood- en kopermijnen en de mannen bijverdienen met de verkoop van mooie stukken mineraal. Tussen Mibladen en Aouli zetten we de truck in de kloof en zoeken hier zelf nog wat mooie stukjes calciet en kwarts. We vieren hier Mike zijn 54e verjaardag en klimmen bergen in waarin zich grotten bevinden. Omdat we hier pas om 10 uur ’s ochtends de zon zien, die om 16.00 uur alweer achter de rotsen verdwijnt, rijden we verder zuidwaarts. In Mibladen kopen we nog een mooi stuk vanadiniet, groene kwarts en calcietbolletjes. Tussen Rich en Errachidia zetten we de truck in de rivierbedding van de Ziz, waar bijna geen water in staat.

Door de prachtige Ziz kloof rijden we naar camping La Source Bleue in Meski, om drinkwater te tanken en de accu’s weer vol te laden. Hier ontmoeten we Roel en Anja die met hun Hymer (ja!!) allemaal pistes rijden die normaal gesproken alleen door 4x4’s worden gereden. Roel maakt lekkere taarten en Anja die altijd al kapster had willen worden, kleurt mijn haar. Het verwarmingselement van onze boiler begeeft het helaas terwijl we aan de walstroom staan, maar gelukkig kunnen we de boiler nog opwarmen met het Webasto waterstation. De camping benauwt ons na 2 nachten vanwege zogenaamd vriendelijke, maar vervelende mannetjes die hier op de camping winkels hebben met toeristische souvenirtroep. Als we de camping verlaten, trekken we nog een Nederlandse camper de heuvel op, omdat de uitgang van de camping te steil is voor sommige campers.

Vanaf Erfoud nemen we een piste richting Merzouga. Op de bergen buiten Erfoud staan huisjes waar fossielen worden verkocht. Het aanbod valt erg tegen. We kunnen hier zelf ook met een hamer stukken fossiel uit de rotsen hakken, maar kiezen ervoor door  te rijden en verderop in de vlakte naar fossielen te zoeken.  De volgende dag rijden we door een hevige zandstorm verder naar Merzouga. Er is zoveel zand in de lucht, dat we bijna niet meer kunnen zien waar we rijden.  Het zand komt via de kleinste kiertjes de truck in en zit zelfs in onze oren. Als de wind later op de dag afneemt en het zand uit de lucht verdwijnt, zien we dat we vlakbij de hoge zandduinen van Erg Chebbi staan. Hier ontmoeten we opnieuw  Heike en Christian uit Duitsland (www.weltcamper.blogspot.com) met hun Iveco vrachtwagen, die we ook al bij Plage Blanche en Amtoudi hebben getroffen. We hebben een prachtig uitzicht op de zandduinen en ook het weer is geweldig. Weinig wind en 24 graden. Echt barbecue-weer. Mike toert wat met de quad over de zandduinen.


Erg Chebbi
 

 
 
 
Als we hier een paar dagen staan, wordt op een paar honderd meter bij ons vandaan een oud uitziend nomaden tentenkamp opgebouwd en worden er wel 50 kamelen aangevoerd ten behoeve van filmopnames voor de film “Queen of the Desert” met Nicole Kidman en Robert Pattinson (Twilight Saga). We lopen zolang het mag een beetje rond bij de filmset en als we weggestuurd worden, gaan we met een verrekijker op een zandduin zitten kijken hoe Nicole Kidman aangevallen wordt door een horde woestschreeuwende Arabieren met karabijnen.


 
 

We kopen wat verlepte groente in Merzouga en rijden door naar Rissani. We vinden mooie ammonieten en goniatieten 7 km. westelijk van Rissani. Een paar honderd meter buiten Mecissi nemen we een leuke piste richting Asemmam. In een dorpje worden we vriendelijk uitgenodigd om bij mensen thuis te komen eten en thee te drinken.  Tussen Mecissi en Alnif nemen we een piste die naar Bou Dib en Fezzou gaat. We parkeren de truck vlakbij de berg Djebel Issoumour en klimmen de fossielenbergen op en vinden opgerolde trilobieten en kleine ammonieten. Het waait opnieuw stevig en de omgeving is gehuld in een nevel die waarschijnlijk veroorzaakt wordt door het vele stof in de lucht. We doen net als de Marokkanen sjaals om onze hoofden om het stof niet te hoeven in te ademen. Voor pennen en snoepjes die we uitdelen, krijgen we van kinderen ook nog een aantal opgerolde trilobieten.

Vanaf Fezzou rijden we via een piste naar Oumjrane en Zagora. Bij Atchana, tussen de Djebel Issoumour en de Djebel Tiskaouine zijn kilometerslange sleuven gegraven t.b.v. de fossielenvondst. Een aardige Marokkaan neemt ons mee naar zijn broer die in een van de sleuven graaft naar trilobietensoorten. We kunnen zien dat het vreselijk werk is om die dingen uit keiharde stenen te hakken en dan ook nog mooi te prepareren. Hij heeft ook nog een stuk meteoriet in de aanbieding waarvan hij niet zeker weet of het wel echt meteoriet is. In 2011 is er een meteoriet bij Tata neergestort en duizenden Marokkanen, waarvan hij er 1 was, zijn toen naar de vlakte afgereisd om een stuk meteoriet te bemachtigen. 1 Nomade had  zo’n groot stuk gevonden, dat hij na verkoop hiervan een Toyota Landcruiser kon kopen.


Fossielen zoeken
 


Na Oumjrane gaat de leuke piste over in een akelige hobbelige gravelroad en als we aankomen in Zagora, blijkt een stalen spanring van de boiler afgeknapt te zijn. Mike zet de boiler met gewone spanbanden weer vast, maar we kunnen nu beter niet meer te heftige pistes rijden.

De camping in Zagora waar we altijd staan, blijkt vol te zijn, dus rijden we naar camping Palmier Amzrou. Deze camping is iets minder gezellig, maar er is wel goede constante walstroom. We maken wandelingen door de oase en rusten uit met heerlijk weer (24 graden). Mike doet onderhoud aan de daf en ik ga zondag naar de souk en geniet van alle heerlijke kruiden en gekke dingen die hier te koop worden aangeboden.

Na een aantal dagen ontvluchten we het campinggedruis van Zagora en rijden we door naar de oase van Fint. Het drinkwater dat we op de camping in Zagora hebben getankt, blijkt niet goed te zijn: de koffiemelk in de koffie gaat schiften.

Wasdag Fint

 
In Fint staan Marokkaanse vrouwen met rieten manden en in jurken tot hun middel in het water van de rivier. Wij zijn bang dat ze alle schildpadden eruit vissen om op te eten. Gelukkig zijn ze slechts bezig visjes te vangen. Ze klemmen de manden tussen hun benen en slaan met de handen op het water; van schrik zwemmen de vissen de manden in. Het is op dit moment erg droog in Fint, maar sommige winters valt er zoveel regen dat de stand van het rivierwater 1,5 tot 2,5 meter hoger is. Verschillende dorpen in de oase zijn dan 25 dagen afgesloten van de bewoonde wereld. Wij staan in de rivierbedding en hopen maar dat het niet gaat regenen nu wij hier staan.
We pompen een aantal keren fietsbanden van jongens op met onze compressor en we trekken met de lier een Marokkaanse pick-up uit de rivierbedding, die vast was komen te zitten. We hebben de lier nog nooitgebruikt; dus het was een goede test. Als dank krijgen we 2 broden