dinsdag 11 oktober 2016

Portugal, september/oktober 2016



 
We vertrekken op donderdag 15 september om eerst 3 dagen naar het overlandertreffen in Ranst in Belgie te gaan. Gezellig om hier bekende en nog niet bekende reizigers te treffen.

Zondagochtend vroeg vertrekken we dan echt richting Portugal en overnachten de 1e dag in de buurt van Orleans. De tweede dag overnachten we op een mooie bosachtige plek in de buurt van Angouleme, die helaas voor ons een homo-ontmoetingsplaats blijkt te zijn. De activiteiten gaan zelfs in het donker door. Zou hier  het woord “pikkedonker” vandaan komen? De derde dag rijden we tot onder Bordeaux, naar het meer van Arjuzanx, een met miljoenen EU-geld gesubsidieerd natuurreservaat. Het informatiebureau en de bruggen en wandelpaden zien er gelikt uit, maar zoals te verwachten, gelden er te veel regels. Zo mogen we er niet overnachten met de truck en daarom rijden we terug naar het dorpje Morcenx en verstoppen de truck in de bossen. ’s Ochtends worden we gewekt door huilende/blaffende honden, hoorngeschal, boe-roepende mannen en schoten: een drijfjacht. Gelukkig komt het jachtgezelschap niet te dicht in de buurt, want we hebben geen zin in hagelkorrels in de dieseltank of de banden.

In Spanje aangekomen, overnachten we in de buurt van Burgos opnieuw in een natuurgebied. Een stukje voorbij Zamora, bij het dorpje Ricobayo de Alba vinden we een leuke overnachtingsplek bij een stuwmeer van de rivier de Esla (N41.32.252 W05.58.900). Er is een strandje en je kan er gratis drinkwater tanken. Bij Miranda de Douro rijden we Portugal binnen. Meteen valt op hoe bos- en bergachtig het in het Noordoosten van Portugal is. De rivier de Douro slingert door diepe kloven tussen de bergen door en er zijn veel stuwmeren. Bij het dorpje Foz do Sabor overnachten we bij een tweesprong van de rivieren de Douro en de Sabor. In het dorp halen we bij de plaatselijke wijnboer 5 liter rode wijn voor 6,50 euro.

De volgende dag rijden we richting Castelo Branco en proberen off-road bij het stuwmeer van Marateca/Santa Agueda ( N39.58.315 W007.28.561) in de buurt van Lardosa te komen. De takken van de bomen hangen te laag op de piste, of wij zijn te hoog, in ieder geval kunnen we er op die manier niet komen. Via de normale weg lukt het wel en het blijkt een prachtig meer met langs de oevers reuze stenen, type hunebed, en eucalyptus- en naaldbomen en kurkeiken. De politie komt langs om te vertellen dat het meer gebruikt wordt voor drinkwater en dat we er niet in mogen zwemmen. Daar hadden we nou juist zin in met bijna iedere dag een temperatuur van 28 graden of meer.

Barragem de Santa Agueda


Na een dagje rust rijden we via Portalegre en Estremos naar een stuwmeer in de buurt van Igrejinha. De omgeving rond dit meer is minder mooi. Het volgende meer waar we overnachten is Pego do Altar bij Santa Susana (N38.26.287 W008.22.594). Dit is wel weer een aanrader als overnachtingsplek. Vlak voor je bij het meer bent, kan je bronwater uit een kraantje langs de weg tanken.



Aangezien het nogal warm is in het binnenland (33 gr.) rijden we verder naar de westkust om afkoeling te zoeken.
Via Alcacer do Sal en Sines komen we bij Porto Covo met zijn mooie kleine baaien met mini zandstrandjes. Helaas staan de weinige parkeerplekken die er zijn vol met campers en bovendien staan er borden dat je niet met de hond op het strand mag. Dit is sneu voor Tosh en daarom rijden we door naar het rustige dorpje Almograve en blijven 2 nachten bij het praia da Longuerinha staan. Er staan weinig campers en honden mogen hier wel op het strand. Portugezen vullen de hele dag door grote aantallen 5-liter flessen met bronwater dat via een pijpje uit de rotsen komt lopen. Misschien hebben ze thuis geen waterleiding of geen goed drinkwater en vullen ze daarom hier zoveel flessen.

Almograve
 
 


Praia de Almogeira in Aljazer is opnieuw een strand waar geen honden mogen komen en waar je ook niet mag overnachten met de camper. We rijden daarom door naar Carrapateira naar het in een natuurreservaat gelegen praia de Amado. Hier is een grote parkeerplaats waar campers ’s nachts mogen blijven staan (N37.10.395 W008.54.390). Het strand wordt druk bezocht door surfers en dagjesmensen. Mooi strand in een baai en in het natuurreservaat kan je goed wandelen. Is wel een beetje toeristisch met parasols op het strand, snackbar, surfscholen en sieradenverkopers.

Praia de Amado

We ontmoeten hier de Duitsers Steffi en Uwe met hun stoere MAN KAT 6x6. Steffi noemt Portugal het land van wc papier en vochtige doekjes. Ze heeft gelijk: bijna overal waar je met de truck parkeert of overnacht, vind je die rotzooi. Omdat we nodig weer een keer moeten douchen en niet veel water meer hebben, rijden we na een paar dagen verder om gratis water bij een benzinestation te tanken. De Algarve slaan we verder over en stoppen pas weer vlakbij de Portugees/Spaanse grens bij Monte Gordo. Er is een grote camping in het dorp maar wij parkeren de truck tegenover de camping op een rustige parkeerplaats achter de duinen (N37.10.683 W007.26.556). Praia de Santo Antonio is een prachtig langgerekt wit zandstrand en er zijn genoeg rustige plekjes te vinden om lekker te zonnen. Was het aan de Atlantische westkust 21/22 graden, hier is het weer boven de 30 en het zeewater heeft een temperatuur van ca. 28 graden.

Op 8 oktober verlaten we Portugal en rijden via Sevilla naar Tarifa in Spanje.

De sfeer in Portugal is gemoedelijker dan in Spanje. De mensen zijn vriendelijk en lijken geen haast te hebben. De wegen in Portugal zijn over het algemeen goed en qua verkeer erg rustig. Af en toe zijn er pittige afdalingen van 8%. Er zijn ook enkele tolwegen in Portugal, maar op welke wijze je daarvoor moet betalen, horen we pas als we het land alweer bijna uit zijn. Het blijkt dat je je creditcard en kenteken bij binnenkomst van het land moet registreren bij een “welcome” point. Ook kan je een soort prepaid tolkaartjes kopen bij servicepunten. De prijzen van eten/drinken in de supermarkt en brandstof liggen in Portugal hoger dan in Spanje. Uit eten gaan is daarentegen weer veel goedkoper. Qua landbouw en industrie gebeurt er in dit land volgens ons niet veel. De landbouw/wijnbouw die we zien is erg kleinschalig. Wel staat het land vol met kurkeiken en eucalyptusbomen, dus misschien dat daar inkomsten uit komen.

Geen opmerkingen: